De priester bekloeg zich dat hij reeds
jaren alleen instond voor de parochies van L'Isle-sur-la-Sorgue en
Fontaine-de-Vaucluse. Hulp viel er niet direct te verwachten. Want ook in
Zuid-Frankrijk was het triestig gesteld met de roepingen. Amper drie priesters
mocht de bisschop dat jaar wijden in Avignon, nochtans ooit het andere Rome
genoemd.
Nog steeds werd naar de periode van
het schisma verwezen door het versterkte pausenpaleis, nabij de legendarische
brug over de Rhône waar er volgens het lied kommerloos werd gedanst en
geschranst, on y danse, on y danse tout en rond. Het volgende jaar viel er
zelfs helemaal geen wijding toe te juichen. Het priesterambt was dan ook een
hele opgave. Zelfs Jean-Paul Belmondo vroeg zich ooit af hoe priesters 's
avonds de slaap nog konden vinden.
'Ook ik heb getwijfeld,' bekende le
père Jacob met een deemoed, die men eerder in een praatprogramma op televisie
zou verwachten. 'Ik heb zieken zien sterven en mooie vrouwen zien langskomen.
Ik heb kerken doen vollopen, ik heb kerken doen leeglopen. Ik heb succes
gekend, ik heb ellende gekend. Maar priesters hebben meestal maar één wens: je
veux de l'amour.'
Intussen begluurde Maarten Rose,
daarbij de grenzen van het goed fatsoen overschrijdend. Weliswaar had ze bijna
onmiddellijk de handen gedeeltelijk voor het gelaat geslagen. Hoe graag had hij
nog in de kerk zelf haar iets liefs toegefluisterd. Iets dat hij niet letterlijk
meende, dat niemand echt meende, maar dat je zei omdat je het in romantische
boeken las en aannam dat een meisje zoals Rose dat wilde horen.
Maar er was bovenal die lavendelgeur die ze langs al haar poriën leek uit te zweten en die gecombineerd met de wierook zorgde voor een bedwelmend parfum. De lavendelgeur van Rose Arnaud zou hij zich blijvend herinneren.
Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten