Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

woensdag 3 december 2014

De roos en de lavendel (3)

Woord vooraf: een verhaal dat de warmte van de Provence uitademt. Jean Arnaud, de koetsier, is hopeloos verliefd op Julie, de zuchtende maagd van L'Isle-sur-la-Sorgue.

De bewegingen van Julie bleven Jean de rest van de dag achtervolgen. Vaak zat hij onbewust zijn eigen haren te strelen terwijl hij passagiers in de koets had zitten of liet hij zich op zijn beurt een verwijfd zuchtje ontglippen. Dat bracht geruchten over zijn geaardheid op gang. In bed droomde hij van het meisje. Zodra hij wakker werd, voelde hij opnieuw de kilte van zijn nachtelijke eenzaamheid, en nam aan dat dit alles tekens van de enige, ware liefde waren.

Eenmaal wakker telde Jean de minuten af tot hij weer voor Julies raam zou staan en met de ogen haar gebaren zou stelen. Iedere dag vergat hij de klok, zodat hij stipt te laat op zijn plaats van vertrek verscheen. Na drie maanden vond hij de moed om een stap verder te zetten op de weg van zijn grenzeloze adoratie. Hij belde aan en overhandigde mama Lavandin die kwam openen een tuiltje lavendel. 'Voor Julie,' zei hij. Van die dag af stond hij er iedere morgen met zijn bloemen en zei dan elke keer: 'Voor Julie.' Mama Lavandin verwachtte dat hij op een dag zou zeggen: 'Voor u, mevrouw.' Maar dat gebeurde niet. Dus bleef ze de bloemen doorgeven.

Haar dochter lachte nu door het raam naar Jean als hij vanop de bok van zijn huifkar naar haar zat te staren. Ze zette de tuiltjes op haar kamer. 's Morgens zocht een parfum van lavendel voortaan de vrijheid als ze de kamer luchtte en vermengde zich met de geur van de klimop en de witte rozen die bloeiden tot op het smeedijzeren traliewerk dat het balkonnetje voor haar kamer afzoomde.

Mama Lavandin waarschuwde haar kind dat ze hem niet mocht aanmoedigen en dat mannen in hun zelfingenomen naïviteit een meisjeslach al te snel verwarden met een beantwoorde liefdesverklaring. 'Want hij is verliefd op jou,' zei ze. 'Dat merk je aan zijn trillende stem, zijn bevende handen en aan zijn verdwaasde blik. Vooral die dwaze blik in zijn ogen liegt niet.'

Daar had ze gelijk in, en na zes maanden achtte Jean zijn tijd gekomen. Hij belde aan, deze keer gekleed in een kamgaren pak, en salueerde op de dorpel van het huis met zijn hoge hoed terwijl hij in zijn vrije hand een reuzebos lelies hield. Daarop vroeg hij of hij Julie kon spreken.
'Waarom?' vroeg haar moeder argwanend.
'Ik wil met haar trouwen,' antwoordde hij naar waarheid, want in zijn eenzame nachten zag hij al hoe hij haar naar het altaar leidde. Hij wilde het zelfs onmiddellijk doen. Hij droeg er alvast de juiste kleren voor.

'Het is nog een kind,' schudde mama Lavandin het hoofd. 'En bovendien denk ik niet dat ze zich ooit zou verloven met een man die altijd te laat op zijn werk komt en wiens paarden hun onzedige gedachten niet kunnen verbergen.'

Totaal ontredderd verliet Jean Arnaud de woning van de Lavandins en reed naar de Sorgue. Hij stapte het doorschijnende water vol sidderende vissen in als een ter dood veroordeelde. Nochtans bestond zijn enig misdrijf erin dat hij verliefd was geworden op het gezucht van een maagd. Misschien was dat wel een zwaar misdrijf, zwaarder dan een geldkoets overvallen of een man gijzelen. Maar zover wilde Jean niet denken.

Met opgeheven hoofd waadde hij door het water van de Sorgue. Hij hoopte dat hij vlug verrast zou worden door een diepe plek of een gladde kei. Voor één keertje had hij het geluk mee. Zijn lijk spoelde kilometers verder aan. Het werd opgemerkt omdat de eenden het met vrolijk gekwaak verwelkomden. 

De paarden die de dagelijkse reisroute intussen blindelings kenden en die bevrijd waren van hun menner en zijn grillige zweepslagen, begonnen verwoed te galopperen. De huifkar arriveerde voor het eerst in een half jaar tijdig op de startplaats. 'Wat krijgen we nu, hij is op tijd,' sakkerden de passagiers. Ze namen zich voor hun beklag te maken, want dit keer moesten ze hollen om hun koets te halen.

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten