‘Zo komen we geen stap verder,’ zei mama, al moest ze zelf
enigszins lachen. ‘Zeg nu eens eerlijk, Femke, waar heb je je geld verloren?’
‘Een moeilijke vraag, mama.’ Femke deed alsof ze heel hard
nadacht. ‘Maar het was in elk geval dieper in het bos.’ Ze voegde meteen de
daad bij het woord en nam het pad dat zich langs gemerkte bomen dieper het bos
in slingerde.
Fientje liep huppelend achter haar aan, terwijl mama enkele
meters verder volgde. En daarbij af en toe een zucht liet horen. Ze passeerden
opnieuw langs de plek waar in de lente de blauwe boshyacinten bloeiden. Femke
hield eensklaps halt en boog zich voorover alsof ze een indiaanse sqauw was die
gewoon was sporen te zoeken. Fientje volgde haar voorbeeld. ‘Kijk,’ zei ze,
‘hier heeft een paard gelopen.’ Ze toonde sporen van hoefijzers in de modder.
‘En hier heeft een tractor gereden,’ wees Femke. De
rubberbanden van de zware tractor hadden diepe sporen nagelaten.
‘Geweldig,’ verzuchtte mama. ‘Ik verknoei mijn schoenen om
te zien dat er paarden en tractoren door het bos hebben gereden.’
‘Eén paard en één tractor,’ verbeterde Femke.
‘En wat dan nog?’ vroeg mama. ‘Waar heb je dat geld
en die speld in hemelsnaam verloren?’Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!