Robert merkte dat er verschillende
bomen in het bos gerooid waren. Elke keer opnieuw als hij in het bos ging
wandelen, bleken er bomen gerooid en in houten blokken gehakt. Het stemde hem
droef, het was elke weer alsof hij enkele vrienden had verloren. Stille maar
betrouwbare vrienden, die hun steentje bijdroegen in de strijd tegen de
opwarming van de aarde.
Hoewel het al verschillende dagen niet had geregend,
waren er toch nog enkele natte plekken in het bos waar de zon niet doordrong.
Een vrouw met twee kleine kinderen passeerde hem glimlachend. Robert Impens
vroeg zich altijd af waar de mannen uithingen als hij moeders met hun kinderen
op pad zag.
De boshyacinten bloeiden in paarse
velden. Het waren geen lavendelvelden, minder uitgestrekt en minder indrukwekkend.
Maar toch waren ook de wild groeiende hyacinten meer dan de moeite waard van
het bekijken. Als je goed inhaleerde, rook je hun parfum. Geen zuiders parfum,
een parfum van bij hen maar toch best verfijnd.
Ooit hoopte Robert Impens naar het zuiden uit te wijken, bij voorkeur naar de Provence of de omgeving. Hij wist dat het er onderhand stikte van de Belgen, maar dat maakte hem niet uit. ’s Avonds op een terrasje onder de platanen een côte du Rhône drinken en een slaatje eten, natuurlijk een slaatje met olijven, terwijl de geur van lavendel je neusgaten prikkelde.
Benieuwd naar het vervolg? Afspraak op zondag!