Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

zondag 20 november 2022

Wit verdriet, zwart verdriet (2)


De roman 'Wit verdriet, zwart verdriet' vertelt het verhaal van de kleine oorlog van Marie Demets en het wedervaren van haar broer Robert die tijdens de Tweede Wereldoorlog actief was bij het verzet.

Behalve het familieluik verhaalt het boek ook de geschiedenis van Leo Vindevogel, oorlogsburgemeester van Ronse, voornamelijk aan de hand van citaten. Het betreft zowel citaten van hemzelf als citaten over hem. De teneur van die citaten is erg uiteenlopend, naargelang de bron ervan. Ook na al die tijd blijft Leo Vindevogel immers een controversieel figuur.

'En het is ook waar, dat de hoge geestelijke overheid in België, die haar (politieke) zegen verleent aan een boel rekels, wier privé leven weinig stichtelijk is, erg tekort is gekomen aan haar kristelijke plicht ten overstaan van Leo Vindevogel, die als kristen mens een voorbeeld, ik zou durven zeggen bijna een heilige was.’ (Bruno De Winter op 27 september 1951, zoals hernomen in de rubriek ’10 jaar geleden schreef’ in ’t Pallieterke, 21 september 1961).

'Had Vindevogel dat alles van die concentratiekampen en de jodenvervolging dan echt niet in de gaten? Wist hij dan echt niet met welke beulen hij te maken had? Of wilde hij het niet weten? Hij heeft in Het Volk van Ronse zijn bewondering voor Het Derde Rijk nooit weggestoken. Maar wat wist hij af van de nazi-horror achter de façade van ‘de nieuwe orde’?' ( Stef Vancaeneghem, bijdrage van 14 augustus 2006 ‘Vader dag’, fragment uit de gelijknamige brievenroman, http://stefvancaeneghem.blogspot.com/2006/08/vader-dag_14.html).

'Wit verdriet, zwart verdriet' kost 22,50 EUR en kan zowel besteld worden in de fysieke boekhandel als on line.

vrijdag 14 oktober 2022

Wit verdriet, zwart verdriet

Met uitgever Dirk Demuynck (Foto Katleen Anrijs)

 Op vrijdagavond 7 oktober werd in het   Provinciehuis in Gent mijn roman ‘Wit verdriet,   zwart verdriet’ voorgesteld.  

‘Wit verdriet, zwart verdriet’ vertelt het verhaal  van de kleine oorlog van mijn tante Marie. Het is geen vrijblijvend verhaal uit een ver verleden maar een roman met lessen die we beter nooit vergeten. 

Tante Marie heeft de dood van haar broer nooit kunnen verwerken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stond Robert Demets gekend als anglofiel. Hij was, op bescheiden wijze, actief bij het verzet. Robert werd echter gearresteerd door de Duitsers en overleefde de oorlog niet. Voor mijn tante Marie betekende het een levenslang trauma. Dit is een rode draad doorheen het boek. 

Foto Katleen Anrijs
Verzetslieden zoals Robert Demets zijn al lang vergeten, behalve dan door hun nabestaanden. Hoe anders is het gesteld met Leo Vindevogel, de oorlogsburgemeester van Ronse? De executie van Vindevogel valt niet goed te praten. Maar de man verdiende wel een duidelijke straf gezien zijn uitgesproken pro-Duitse houding.

Het boek is vanaf 7 oktober te koop in de boekhandel.


zaterdag 22 januari 2022

Zes ganzen

 

Het was een van die zeldzame zomerdagen. Het dochtertje van een jonge neef zat in ons grasperk wat rond te staren. Haar prentenboek had ze wat verder in het gras gelegd. Op dat moment landden er zes grote Canadese ganzen in het aangrenzende veld, dat kort voordien geschoren was. Ik vertelde dat het betoverde prinsen waren. Zes broers die ook nog een zus hadden die prinses was. Vroeger woonden ze allen samen in een schitterend paleis.

Het meisje knikte vol overtuiging. Ze had nog de gelukzalige leeftijd waarop je andermans verzinsels wil geloven. Ik vertelde haar niet dat niet iedereen van Canadese ganzen hield. Wel sprak ik haar over de kleine zwanen in het Meetjesland. De provincie had ze geholpen door suikerbietresten op de velden achter te laten. Het meisje had nooit eerder gehoord van een land dat Meetjesland heette maar vond het wel bijzonder sprookjesachtig klinken.

Het leek haar heel slim van de provincie om de dieren te helpen en ze informeerde wat het bestuur nog meer deed. Ik begon aan een haast eindeloze opsomming. ‘We hebben grote domeinen met speelpleinen.’ Ze klapte tevreden in haar handen. ‘En centra waar we oude dingen bewaren of voor de natuur en het milieu zorgen.’ Dat was in haar ogen al even fijn. ‘En ook scholen, veel scholen. Van Oudenaarde tot in Eeklo, van Buggenhout tot in Gent en Zottegem.’

Boette ze nu wat aan enthousiasme in? ‘Waarom moeten volwassenen niet naar school?’ vroeg ze. Ik verklapte dat het provinciebestuur eveneens een ruim assortiment aan opleidingen voor volwassenen aanbood, waar je zowat alles kon leren. Met de computer werken, koken, fotograferen, haar kappen, Italiaans of Turks leren. ’Ook Chinees?’ ‘Ook Chinees,’ gaf ik toe.

Dat vond ze best indrukwekkend. Maar toen bekeek ze mij met een listige blik. ‘En toveren? Kan je er ook leren toveren?’ Nee, dat niet, dat moest ik eerlijk toegeven. Daarvoor moest je met Harry Potter naar Zweinstein trekken. Met een betoverde trein of simpelweg op een bezemsteel. Ze zweeg een poos. ‘Het is niet erg,’ zei ze dan, ‘ik zal later de mensen leren toveren. Ik weet dat ik het kan.’ Dat leek mij een handige oplossing. Zolang konden we wel wachten. Wou ze soms een ijsje? Dat had ze wel verdiend.

Ik haalde twee ijsjes uit het diepvriesvak van de koelkast. Toen ik terugkeerde, zag ik dat er een zevende gans op het veld was neergestreken. Ik keek verbaasd naar het meisje en wees naar de Canadese ganzen. ‘Ik heb de prinses getoverd,’ verklaarde ze. ‘Ik zei toch dat ik het kon.’

PS: deze column verscheen eerder in het nummer van oktober 2021 van ProInfo, het personeelsblad van de provincie Oost-Vlaanderen.