Foto auteur

Foto auteur
Foto Maarten Marchau, provinciebestuur Oost-Vlaanderen

woensdag 16 december 2015

De roos en de lavendel (31)

Wat voorafging: Mireille Calendal vond als jonge geitenhoedster de liefde bij de Vlaamse zwerver Johan Wielewael. Maar kan de geitenboer begrip opbrengen voor haar prille liefde?

Op een keer zaten ze gezapig wat te drinken, hielden elkaars hand vast en wisselden lieve woordjes, die ze niet tenvolle begrepen maar die oprecht klonken. Toen werden ze betrapt door de geitenboer die hijgend kwam aangelopen. Hij was woedend, want er waren reeds verscheidene geiten en schapen in de buurt gestorven aan een merkwaardige, tot dan onbekende ziekte. De dierenarts stond voor een raadsel. Maar hij was slim en ervaren genoeg om dat niet toe te geven en sprak van een nieuwe geitenpest, te wijten aan vreemde microbes.

De landbouwer stuurde zijn honden achter Johan Wielewael aan. Het waren bloeddorstige dieren met schuim op de mond, die zelden eten kregen. De boerderij lag immers geïsoleerd en de boer wou de beesten vif houden voor de dag dat er dieven of andere indringers langskwamen. Mireille vreesde het ergste voor Johan. Ze schrok nauwelijks toen de boer haar 'een hoer' noemde en op staande voet ontsloeg. Waarschijnlijk was 'hoer' niet eens een belediging uit zijn mond.

Toen François haar snikkend vond, vertelde ze hem dat ze voortaan werkloos was omdat de boer zijn geiten tijdelijk op de boerderij liet. Er woedde immers een verschrikkelijke plaag en eenmaal de kille winternachten de stallen in de bergen te onherbergzaam maakten, werden de dieren toch naar lager gelegen gronden gebracht in de buurt van de hoeve. François aanvaardde de jobstijding morrend. 'Wat moeten we nu toch beginnen,' zuchtte hij. Mireille haalde de schouders op. Ze wist het ook niet meteen.

Van dan af hield ze opnieuw de kookplaat warm tegen het moment dat haar echtgenoot moegetergd terugkeerde van het station van L'Isle-sur-la-Sorgue.
'Die verdomde bureauluizen uit Parijs,' bromde hij, terwijl zij de pantoffels met pompons aan zijn voeten schoof. 'Ze vertikken het om iets te doen voor de Provence. Nergens rijden er nog zulke oude treinen rond. Als ik stationschef van L'Isle was, ging ik nog liever op de sporen liggen dan ze toegang tot mijn station te verlenen.'

'Niet doen, schat,' zei Mireille met een monkellachje. 'Je zou nog beroemd kunnen worden.' Intussen gleden haar gedachten af naar Johan Wielewael, de mysterieuze vreemdeling die ze allicht nooit meer zou zien, maar wiens handen ze nog voelde in de tinteling van haar vingers.

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 9 december 2015

De roos en de lavendel (30)

Wat voorafging: in haar jonge jaren kwam geitenhoedster Mireille Calendal uit de Provence in de ban van een mysterieuze Vlaming. Gelukkig vermoedde haar man François Arnaud aanvankelijk niets.

Elke dag passeerde Fernandel voortaan langs de weiden waar zij de geiten hoedde. Ogenschijnlijk nonchalant wandelde hij met de handen in de zakken de weg naar het dorp op en af. Hij probeerde een deuntje te fluiten, maar dat lukte niet zo best en het bleef een gek gezicht. 

Als zij dichterkwam, haalde hij uit zijn zakken snoepgoed en koeken die hij eerder zelf in het dorp had gekocht. Mireille had een zoet mondje en snoepte zoals ze vroeger zelden gemogen had. 

De gesprekken met Fernandel bleven in het begin kort omdat Frans niet zijn moedertaal was en zij gewoon was van naar François te luisteren. Maar ze vond het aangenaam om naast hem in het gras te zitten en keek bewonderend toe hoe hij met de geiten omging. Hij was duidelijk bedreven met dieren. Geen ogenblik stoorde ze er zich nog aan als ze soms half naakt naast hem zat en die keer dat hij zelf zijn hemd uittrok, stak ze niet weg dat ook zij zijn lichaam aantrekkelijk vond.

Was François in die dagen niet zo intens bezig geweest met zijn eigen besognes, dan had hij vast en zeker de veranderingen bij zijn vrouw waargenomen. Ze had meer schik in het leven en kocht nieuwe kleren. Die waren weliswaar vaak zwart, maar korter of geraffineerder of met een diepere decolleté. Ze wou niet langer wegstoppen wat ze in huis had. Voor buitenstaanders leek het dat haar rouw aan een milder regime werd onderworpen. 's Morgens fietste ze te vroeg en fluitend naar het werk. Wie haar zag passeren, kon het nauwelijks geloven.

Iedere dag ontmoette ze Johan Wielewael. Ze at van zijn snoepgoed, dronk van zijn wijn en keek hem aan met verliefde ogen. Zo vernam Mireille Johans trieste levenslot. Ze vleide zich tegen hem aan, en liet zijn verweerde hand, die zogezegd alleen troost zocht, langs haar arm, haar hals en haar gezicht glijden. Zijn vingertoppen streelden haar met een bedachtzame tederheid die ze al veel te lang had moeten missen en die haar deed vergeven dat Johan in die dagen zo'n voorzichtige minnaar was.

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!

woensdag 2 december 2015

De roos en de lavendel (29)

Wat voorafging: lang geleden hoedde Mireille Calendal geiten in de Provence. Toen reeds geraakte ze in de ban van een Vlaming. 

Mireille had de hoop al opgegeven ooit de legendarische Chèvre d'or van de Provence, de gouden geit met de glinsterende horens van Paul Arène, te aanschouwen toen plots de Leeuw van Vlaanderen opdook. Net als Maarten Dekeyser twee decennia later was de vreemdeling immers uit het noorden van België afkomstig. 

Die eerste keer leek hij een kluizenaar uit de bergen. Hij volgde het kiezelpad en droeg een zakje met keien en rotssteentjes in de hand. De vreemdeling had een baard die in dagen niet was bijgeknipt. 's Avonds schreef Mireille in haar dagboek dat hij een wat haveloze indruk gaf. 

Hij hield halt toen hij haar zag. De geiten stonden op en liepen naar hem toe. Dat was niet ongewoon. Ze liepen naar iedereen toe, in de hoop wat extra-voedsel mee te graaien. Mireille was nieuwsgierig, want ze ontmoette weinig mensen. Ook zij sprong op om hem van dichtbij te begroeten. 

Hij lachte en ze zag zijn paardengebit, maar ook zijn ogen die haar zonder schaamte aftastten. Toen pas realiseerde ze zich dat ze schaars gekleed voor een onbekende man stond. Ze sloeg in paniek de armen voor haar borsten. Maar hij lachte en bijna onmiddellijk slikte ze haar schaamte in.

Toen hij haar de hand schudde, voelde ze de ruwe handen van een man die gedurende lange tijd zware handenarbeid had verricht. Van dichtbij waren zijn rimpels pijnlijk zichtbaar. Maar iets in hem stelde Mireille op haar gemak. Vreemd genoeg wist ze op dat moment reeds dat ze zijn handen niet eens zou afslaan als hij ze op haar borsten zou leggen. Ze lachte hem vol vertrouwen toe en hij noemde zijn naam. Maar Mireille begreep hem niet.

'Jean?' herhaalde ze weifelend.
'Johan,' verbeterde Wielewael.Het lukte Mireille niet om zijn naam een Vlaamse tongval mee te geven. Hij lachte keer op keer zijn paardentanden bloot. Toen kreeg ze een ingeving. 'Fernandel,' zei ze. Hij begreep haar niet, maar zij had een nieuwe naam voor hem gekozen.

Benieuwd naar het vervolg van 'De eenzaamheid van het grensgebied'? Afspraak op zondag!